Rompstabiliteitsoefeningen worden door menigeen gepropageerd. Goed voor je kracht en stabiliteit en als blessurepreventie, is de gedachte. Maar daar is geen enkel bewijs voor, zegt sportfysiotherapeut Nick van der Horst. “Als ik aan vijftig mensen vraag wat core stability is, krijg ik vijftig verschillende antwoorden. Het is helemaal niet duidelijk wat we onder core stability verstaan. En zeker niet in relatie tot blessurepreventie”, zegt hij.
Nick is sportfysiotherapeut en promoveerde in 2017 aan de Universiteit Utrecht. Hij werkte in het verleden bij de KNVB en tegenwoordig is hij fysiotherapeut bij PSV. Daarnaast richtte hij SoccerDoc op. Via deze website, lezingen en seminars wil hij samen met anderen wetenschapelijke kennis over voetbalblessures en preventie naar de praktijk brengen. Nick is daardoor uitstekend op de hoogte van het wetenschappelijk onderzoek dat in de afgelopen jaren gedaan is op het gebied van blessurepreventie. “Er is één heel kleine studie over hamstringblessures, waaruit blijkt dat core stability-oefeningen zouden kunnen werken. Maar verder is er niets. Tegelijkertijd zie je dat men in de praktijk wel overtuigd is van het belang van core stability-oefeningen. Daar zit een groot gat tussen.”
Voor de goede orde, Nick denkt niet dat core stability-oefeningen slecht zijn. Spierversterking van de romp zou volgens hem zeker een meerwaarde voor fitheid en prestatie kunnen hebben. Zeker in het amateurvoetbal, waar dit soort oefeningen schaars zijn. “Maar ik denk niet dat bijvoorbeeld planken alleen voor een voetballer veel zin heeft. Veel core stability-oefeningen, tenminste wat er vaak onder verstaan wordt, zijn heel statisch. Geen enkele voetballer doet een voetbalactie in de houding van de plank.
”In plaats van over core stability praat Nick liever over movement quality. “Uiteindelijk is het zowel voor de prestatie als in het kader van blessurepreventie van belang hoe iemand beweegt. Dat is veel breder dan alleen stabiliteit in de romp. Eigenlijk zou je het moeten hebben over een schakeling van bewegingscoördinatie door de hele beweegketen heen. Het gaat over stabiliteit vanuit de romp naar de rest van het lichaam. Maar ook over bijvoorbeeld flexibiliteit van diezelfde romp en keten.
”Hij noemt als voorbeeld de sprint. “Als we een bewegingsanalyse doen van de sprint, zijn het bekken en de rompspieren essentieel voor het overdragen van de krachten naar de benen. De iliopsoas (heup-lendenspier) is bijvoorbeeld erg belangrijk. Als die niet flexibel genoeg is, wordt het bekken in een zogenaamde anterieure kanteling getrokken, waardoor er weer meer trekkrachten op de hamstrings komen (zie figuur). Buikspieren kunnen deze anterieure kanteling juist weer stabiliseren. In het frontale vlak doen de gluteale spieren in de billen ook mee. Deze elementen van de romp bepalen onder andere hoe iemand beweegt, ofwel zijn movement quality.”
“Spierversterking van de romp zou zeker een meerwaarde voor fitheid en prestatie kunnen hebben”
Om de kwaliteit van bewegen op alle vlakken te verbeteren, zijn dynamische oefeningen het meest geschikt, zegt Nick. “Maar ik geloof niet dat één oefening an sich het beste is. Geen enkele oefening is in ieder geval wetenschappelijk bewezen.
”Om even terug te komen op die plankoefening: het kan best zijn dat die voor een individuele speler wel nuttig is, als hij of zij aan iets specifieks werkt. Nick: “Maar dan moet je wel duidelijk weten waarom je zo’n oefening doet en wat je er specifiek uit nodig hebt. Het is niet one size fits all. En dat zijn oefeningen die men over het algemeen onder core stability-oefeningen verstaat wél. Aan de andere kant doen amateurvoetballers over het algemeen weinig aan blessurepreventie. Dus elke oefening die er wel wordt gedaan, kan winst betekenen.”Die tijd kan echter beter gestoken worden in blessurepreventie die wél wetenschappelijk bewezen is. Het FIFA 11+ programma bijvoorbeeld. Of de nordic hamstring curl en het Copenhagen Adductorprogramma. Nadeel van bijvoorbeeld FIFA 11+ is de therapietrouw. Ondanks het overtuigende bewijs dat het programma zorgt voor minder blessures, doen veel voetballers, met name amateurs, het niet. Specifiek voor FIFA 11+ geldt dat het hele programma veel tijd kost. Bovendien beginnen spelers dan al vermoeid aan de training. Tijd hebben de meeste amateurvoetballers ook niet tijdens de training. “Vaak willen trainers er geen trainingstijd voor inruimen. Pas als de helft van een team geblesseerd is, wil men aan blessurepreventie gaan werken. Maar dan ben je te laat”, zegt Nick.
“Elke oefening die er wordt gedaan, kan winst betekenen”
Met dat tijdsprobleem in het achterhoofd heeft de Australische voetbalbond onlangs een nieuw blessurepreventie-programma gelanceerd, Perform+. Dat is deels gebaseerd op FIFA 11+ en ook wetenschappelijk bewezen. Het grootste voordeel: Perform+ duurt slechts tien minuten, naast een warming-up die toch al gedaan moet worden. Nick: “De oefeningen kunnen ook na de training worden uitgevoerd, of thuis.” Bovendien heeft Perform+ meerdere niveaus waardoor het programma geschikt is voor alle voetballers, van jeugdspelers tot profs, en zijn de oefeningen een stuk eenvoudiger voor zowel speler als trainer dan die in FIFA 11+. Het programma moet twee en het liefst drie keer in de week uitgevoerd worden.
Perform+ is een algeheel programma dat met verschillende oefeningen ( ja, de plank zit er ook in) de kwaliteit van het complete bewegen verbetert. Nick hoopt dat voetballers en trainers de voordelen van dit soort programma’s gaan inzien. “Als de trainer zegt: ‘We doen het’, dan doen de spelers het ook. De sleutel ligt bij de trainer. Ik heb zeker wel hoop voor de toekomst hoor. Een goede warming-up is inmiddels namelijk ook normaal, soms zelfs speciaal uitgevoerd met een fysiek trainer. Ook dat is blessurepreventie en ook een warming-up kost tijd. Maar iedereen is inmiddels van de voordelen overtuigd. Ik zie dat ook met progra-ma’s als Perform+ gebeuren. Het belang ervan moeten we steeds blijven verkondigen. Want hoe meer spelers de trainer beschikbaar heeft, hoe groter zijn kansen op punten en prijzen... en dat is wel wetenschappelijk bewezen.”
“Pas als de helft van een team geblesseerd is, wil men aan blessurepreventie gaan werken. Maar dan ben je te laat”
Het Perform + programma is te vinden via: Performplus