Nieuw boek over de kunst van het revalideren

Door Joris Zandbergen

Sportblessures zijn zo oud als de sport zelf. Ze komen, helaas, veelvuldig voor. Vaak volgt er een revalidatietraject voor de sporter weer helemaal in actie kan komen. Leren revalideren is een kunst op zich.

Sportpsychologen Afke van de Wouw en Yara van Gendt hebben er een boek en bijbehorende website over gemaakt: Leren Revalideren. Daarin bieden zij geblesseerde sporters, en hun begeleiders, handvatten om psychologische vaardigheden te ontwikkelen om zo de revalidatie te optimaliseren.

Afke van de Wouw is bij vele organisaties werkzaam geweest, waaronder veel sportorganisaties, en ze heeft onderdeel uitgemaakt van de begeleidingsstaf van zowel VVV Venlo als FC Utrecht. In de Domstad heeft ze ook haar praktijk waar ze sporters en coaches individuele sportpsychologische begeleiding geeft. Yara van Gendt is een sport- en prestatiepsycholoog met een praktijk in Zwolle. Ooit liep zij stage bij Afke, en de twee vormen sinds enkele jaren de maatschap WOUW Performance Coaching. Ze werken vanuit de KNVB Campus in Zeist.

He jij, geblesseerde sporter! Wat vervelend voor je dat je deze site nodig hebt en wat vinden wij het tegelijk fijn dat je ons gevonden hebt. Geblesseerd zijn is rot. De impact van je blessure merk je aan je hele lijf, inclusief je gedachten en gevoelens. Om optimaal te revalideren is het dus belangrijk om aan al deze aspecten aandacht te besteden.

Zo luiden de eerste zinnen op de website lerenrevalideren.nl. Afke en Yara hebben precies in kaart gebracht welke mentale aspecten een rol spelen bij het revalideren van een sportblessure, want het is zeker niet uitsluitend een lichamelijke aangelegenheid. “Geblesseerd raken is een heel grote gebeurtenis. Vanuit de omgeving is er veel aandacht voor de blessure. Hoe is het met de knie? Wanneer sta je weer op het veld? Voor de persoon zelf is er minder aandacht”, zegt Yara. “Je moet zelf de regie gaan nemen over je blessure. Niet alleen de fysiotherapeut bepaalt wat er gebeurt. Er moet ook herkenning zijn van de gevoelens; het normaliseren van de gedachten die opkomen. En zelf invloed uitoefenen op het proces.”

In het boek noemen de sportpsychologen een aantal werkbladen, video’s, podcasts, oefeningen en boeken, die ook terug te vinden zijn op de bijbehorende website die steeds aangevuld wordt. “Wij hebben werkbladen, die kun je toepassen op je eigen situatie. Op de website staan YouTube-filmpjes en andere oefeningen, allemaal gratis te zien”, vertelt Yara. “We gebruiken zo veel mogelijk je en jij. Het maakt de sporter niet uit, uit welk model het komt. Het moet herkenbaar en toegankelijk zijn.”

Blessuregevallen doen zich overal voor, maar de sporters die het overkomt, komen uit verschillende categorieën. “Teamsporters met een blessure komen buiten het team te staan”, zegt Yara. “Ze komen niet meer in de kleedkamer en vallen buiten het groepsproces. Kijk dan wat je nog wel kunt doen rondom de wedstrijden. Dan hoor je ergens bij, en blijft het een gezamenlijke prestatie. Individuele sporters werken ook wel in groepen, maar de sporter is wel vaker alleen bezig. Buiten de groep vallen is dan anders. In een team heb je vaak nog wel een rol naast het veld, individueel ben je meer bezig met eigen dingen, je eigen schema. Het is een ander proces. Een hockeyteam krijgt dezelfde training, met elkaar op het veld.”

De werkbladen in het boek en op de site zijn ingedeeld in zeven delen, eigenlijk de stadia die de sporter doorloopt van voor tot na de blessure. Yara: “Het voorkomen ervan, ook stress-gerelateerde factoren. De reacties op de blessure, en tools voor tijdens de revalidatie. Wij gebruiken ook visualisatie. Dan heeft de oefening meer effect en vermindert de angst, voor je het echt gaat doen. Dat bieden we ook aan voor ‘pain reduction’. Er is altijd de neiging om weg te gaan van de pijn. Bij herstel kan het echter goed zijn om pijn te voelen: het bloed stroomt door het getroffen gebied. In plaats van pijnstillers nemen, kun je dan mentale oefeningen doen die de pijn doen wegvloeien.”

Het werk van Afke en Yara is niet alleen bedoeld voor de geblesseerde sporters. Ook voor de begeleiders om hen heen, zoals sportmasseurs, kan het een zeer nuttig hulpmiddel zijn. “Zij kunnen dat ook op hun sporters toepassen. Vaak zijn ze een vertrouwde plek voor de sporter. Dan kan ook de sportmasseur handvatten bieden. Wat aan te raden? Hoe geef je inzicht in het proces? In de comebackfase van de blessure neemt vaak de angst toe, als de sporter weer het veld op mag. Wat als?, is dan de gedachte. Dit soort dingen is goed om te weten, ook voor begeleiders.”

Hoe kom je er sterker uit? Die vraag moeten de sporters, en de mensen die hen bijstaan, zichzelf stellen volgens Yara. “Wat leer ik van een blessure en de revalidatie? Denk er over na. Stimuleren en prikkelen is altijd goed.”

Op verschillende manieren kan er veel uit het boek gehaald worden. “We hebben veel positieve reacties gehad. Sporters die het fijn vinden veel quotes te lezen, merken dat ze niet de enige zijn. En voor begeleiders wordt de vraag beantwoord: wat kan ik doen? Er zijn praktische tips en tricks die je kunt toepassen.”