650.000 blessures werden in 2021 veroorzaakt door veldvoetbal. Dat blijkt uit de nieuwste blessurecijfers van VeiligheidNL. Dat zijn er fors minder dan in 2020 (1 miljoen) en 2019 (1,2 miljoen). De onderzoekers verklaren dit door het feit dat de voetbalcompetities in 2021 vanwege corona lang hebben stilgelegen.
Voetbal leidde vorig jaar van alle sporten tot de meeste bezoeken aan de SEH, 24.000. De meerderheid van de blessures kwam in 2021 voor aan de onderste extremiteiten, maar liefst 71 procent van het totaal. Vooral enkelblessures waren er veel, 35 procent. Het meest kwam spier- of peesletsel voor (32% van alle voetbalblessures), gevolgd door distorsies (26%) en kneuzingen/bloeduitstortingen (17%). In dit artikel vind je enkele tips voor je cliënten wat ze in het geval van een blessure moeten doen.
De enkelblessure is een van de meest voorkomende blessures bij voetballers. De ernst van enkelbandletsel kan variëren van een lichte verrekking tot een volledige afscheuring van de enkelbanden.
Hoe herken je een enkelbandblessure?
Spelers voelen een scherpe pijn en kunnen tijdens het scheuren of overstrek-ken van de banden een ‘klik’ of ‘knap’ horen. Op de plek waar de band stuk is gegaan, wordt de enkel dik. De ergste pijn verdwijnt meestal na een paar minuten, waardoor voorzichtig lopen weer mogelijk is. Als dat niet lukt, kan er een breuk in het bot zitten.
Welke factoren spelen een rol?
Er zijn diverse factoren die zorgen voor een verhoogd risico op verzwikken: een eerdere enkelbandblessure (vooral als deze nog niet volledig is hersteld), een matige conditie, extreme flexibiliteit in het enkelgewricht en onvoldoende balans en coördinatie van de spieren rondom het enkelgewricht. Omgevingsfactoren, zoals de ondergrond waarop gevoetbald wordt en het type voetbalschoenen, kunnen ook van invloed zijn.
Wat moet je doen?
Als je vermoedt dat een speler een enkelblessure heeft, is het belangrijk om zo vroeg mogelijk te beginnen met het toepassen van de ‘RICE’-regel, om de zwelling en pijn te verminderen. Rust: De enkel moet de eerste dagen zo min mogelijk belast worden. Bewegen binnen de pijngrens is toegestaan, om de bloedsomloop te bevorderen. IJs: Koelen met ijs wordt, als de blessure net is ontstaan, aanbevolen om zwelling zo veel mogelijk tegen te gaan. Daarnaast werkt het pijnstillend. Koel de enkel bijvoorbeeld de eerste dagen vier tot zes keer per dag gedurende vijftien minuten met een ijspakking. Compressie: Ook het aanleggen van een elastische zwachtel in de acute fase kan zwelling zo veel mogelijk tegengaan. Elevatie: Laat de speler de enkel de eerste dagen zo veel mogelijk omhoog houden als er een forse zwelling aanwezig is.
Revalidatie
De behandeling van enkelbandletsel is afhankelijk van de ernst van het letsel. Bij een simpele verrekking zal de enkel gemiddeld binnen twee weken weer belastbaar zijn. De revalidatie van een scheur van één of meerdere delen van de enkelbanden kan variëren van een paar weken tot wel enkele maanden bij een gecompliceerde enkelbandblessure. Een van de aandachtspunten van de behandeling is om nieuw enkelbandletsel te voorkomen. De kans op een recidief is in het jaar volgend op de blessure namelijk twee keer zo groot. Wanneer de enkel in de beginfase weer normaal gebruikt kan worden bij de dagelijkse bezigheden, is het aan te raden te starten met enkelversterkende -en balansoefeningen. Oefeningen zijn onder andere te vinden via de gratis app ‘Versterk je enkel’.
Brace en tape
Ook een enkeltape of een enkelbrace biedt bescherming. Daarom wordt tape of een brace geadviseerd vanaf het moment van de blessure tot diverse maanden na de blessure tijdens sportbelasting. Het is een misvatting dat de enkels verzwakken door tape of een brace. De tape of brace wordt alleen tijdens sportbeoefening als hulpmiddel gebruikt ter voorkoming van enkelletsel. De rest van de week krijgen de enkelspieren zoveel prikkels dat ze niet zullen verzwakken. Ook tijdens sporten worden de spieren niet buiten werking gesteld; de brace/tape zal alleen tijdens de risicovolle bewegingen de enkelbanden beschermen.
De hamstrings zijn in het voetbal de meest aangedane spiergroep. De hamstrings bestaan uit een drietal spieren, die aan de achterzijde van het bovenbeen lopen en in het voetbal de meest aangedane spiergroep is. Een blessure aan de hamstring ontstaat meestal acuut tijdens het sprinten, bij het aanzetten en wegdraaien, of bij een beweging waarbij rek op de hamstrings optreedt, zoals bij een sliding, spagaat of een hoge trap. De schade kan variëren van een lichte verrekking tot aan complete afscheuring van de spier.
Hoe herken je een hamstringblessure?
Als er tijdens het sprinten acuut pijn aan de achterkant van het bovenbeen is ontstaan, is de kans groot dat er sprake is van een hamstringblessure. De pijn wordt vaak erger als de hamstrings worden aangespannen (hak naar de bil trekken) of opgerekt. De pijn kan in het midden zitten, tussen de bil en de knie, maar ook hoger (meer naar de bil) of lager (meer naar de knie). Meestal zit de schade in de spier die aan de buitenzijde van het bovenbeen loopt. Het kan zijn dat er in de eerste dagen een blauwe plek zichtbaar is aan de achterkant van het bovenbeen.
Wat moet je doen?
Als een speler pijn in de hamstrings voelt, is het verstandig direct te stoppen met voetballen om meer schade te voorko-men. Om een eventuele bloeding zo veel mogelijk te beperken, kan de spier gekoeld worden in combinatie met een drukverband. Het is bij een hamstringblessure niet nodig om absolute rust te houden. Rustig wandelen mag. Ook kan de spier gebruikt worden door op de buik te gaan liggen en langzaam de hak naar de bil te bewegen. Bijvoorbeeld drie tot vier keer per dag 30-60 seconden (afhankelijk van de pijn).
Revalidatie
De hamstringblessure zal volledig moeten herstellen voordat (volledige) trainingen/wedstrijden worden hervat. Het is in de revalidatie nodig om aangepast en pijnvrij te trainen, met een geleidelijke uitbreiding van explosieve voetbalacties, inclusief sprints. Oefeningen mogen geen pijn geven. Om fit te blijven, kunnen looptrai-ning worden vervangen door fietsen of cross-trainen.Sterke hamstrings raken minder snel geblesseerd. De nordic hamstring curl-oefening helpt hierbij en zorgt er ook nog eens voor dat er sneller gesprint kan worden.
Liesklachten komen bij veel voetballers voor vanwege het vele schieten en uitvoeren van explosieve bewegingen. Daarom spreken we ook wel over een voetballerslies. Dit is een overbelastingblessure van de spier die aan de binnenzijde van het bovenbeen loopt. Deze liesspier wordt vooral gebruikt bij het schieten, maar ook bij het uitvoeren van explosieve bewegingen als aanzetten en wenden/keren. In een lichte vorm ontstaat er spierpijn en kan de spier wat harder aanvoelen doordat de spier meer gespannen blijft. Als de overbelasting langer duurt, kan via de spieraanhechting het schaambeen pijnlijk worden. Omdat de pijn de eerste weken niet heel heftig is, kan er mee worden doorgespeeld. Als de pijn blijft bestaan, kan het een lange tijd duren voordat de klachten weer verdwenen zijn. Op tijd stoppen en goed verzorgen is daarom belangrijk.
Meestal begint de blessure met wat stijfheid in de liezen, die na de warming-up verdwijnt, maar na de training weer terugkomt. In de weken daarna gaat de stijfheid over in pijn en blijven de klachten ook tijdens de training aanwezig. Soms tot enkele dagen na de training of wedstrijd, waardoor vrijwel de hele week pijnklachten aanwezig blijven. Toename van pijn ontstaat door het schieten, maar ook door kort aanzetten en wegdraaien.
Welke factoren spelen een rol?
Meestal ontstaan klachten van de lies als de spieren niet sterk genoeg zijn om het schieten en andere voetbalacties goed te verwerken. Liesklachten zie je vaker aan het begin van het seizoen, als de trainingsopbouw plots toeneemt (te veel, te snel, te vaak).
Wat kun je doen?
Als de spieren stijf aanvoelen, kunnen rekoefeningen helpen de klachten te verminderen. Niet om de spieren ‘langer’ te maken, maar vooral om de spierspanning te verminderen. Het belangrijkste is om op tijd de trainingen en het aantal wedstrijd-minuten aan te passen.
Welke factoren spelen een rol?
Meestal ontstaan klachten van de lies als de spieren niet sterk genoeg zijn om het schieten en andere voetbalacties goed te verwerken. Liesklachten zie je vaker aan het begin van het seizoen, als de trainingsopbouw plots toeneemt (te veel, te snel, te vaak).Wat kun je doen? Als de spieren stijf aanvoelen, kunnen rekoefeningen helpen de klachten te verminderen. Niet om de spieren ‘langer’ te maken, maar vooral om de spierspanning te verminderen. Het belangrijkste is om op tijd de trainingen en het aantal wedstrijd-minuten aan te passen.
Via deze link lees je meer over de gescheurde voorste kruisband en hersenschudding.