Het examen. Zo lang naar toegeleefd, en binnen een paar uur was het voorbij. Met als beloning het diploma tot masseur. Maar hoe zat het ook alweer met die kuitspier, Balinese kokosolie of hygiëne? Om ieders geheugen even op te frissen, nemen we een vraag uit het examen door.
A. de trochantor minor
B. de trochantor major
C. het caput femoris
D. de diafyse femoris
Voor de meesten van jullie zal deze vraagstelling waarschijnlijk makkelijk te beantwoorden zijn. In het opleidingstraject sport- en wellnessmasseur werd men geconfronteerd met de anatomie van het menselijk lichaam. Men moest zich als eerste de Latijnse benamingen en begrippen meester maken, met direct hierna de osteologie (leer van de beenderen) met al zijn vlakken, uitsteeksels en knobbels. Deze kennis is nodig om inzicht te krijgen in de arthrologie (gewrichtsleer) en van essentieel belang bij de myologie (leer van de spieren) en met name voor de spieren van het bewegingsapparaat. Alle origo’s en inserties hechten aan aan deze botten waardoor men ook makkelijk(er) de functies van die spieren kan afleiden.
Dit geldt dus ook voor het femur (dijbeen), het langste bot van het lichaam waar over de gehele lengte vele spieren ontspringen of aanhechten. Dit pijpbeen bestaat uit twee epifysen en een diafyse. De proximale epifyse bestaat uit het caput femoris, dat verbinding maakt met het acetabulum van het os coxae (heupgewricht) en het collum femoris, dat de verbinding maakt met de diafyse.Op de overgang van het collum met het corpus femoris bevinden zich proximaal-lateraal de trochanter major en iets lager medio-dorsaal de trochanter minor.
De diafyse is grotendeels driehoekig met aan de ventrale zijde de facies anterior en dorsaal de facies medialis en facies lateralis, die gescheiden worden door de linea aspera.De distale epifyse bestaat uit een laterale en mediale condylus met uiterst mediaal en lateraal de epicondyli. De beide condyli articuleren met de tibia en zijn dus onderdeel van het kniegewricht.
En dan nu het antwoord op bovenstaande vraag: het caput ligt in het heupgewricht, de diafyse c.q. het corpus en de trochanter minor zijn door weke delen bedekt. Blijft over de trochanter major, die zeer oppervlakkig ligt en alleen door de huid wordt bedekt. Antwoord B is juist waarbij we moeten opmerken dat er nog meerdere botdelen van het femur palpabel zijn!